Necrotiserende fasciitis

Type I necrotiserende huid- en weke deleninfecties: vaak geassocieerd met recente chirurgie, diabetes mellitus, immuun-gecompromitteerde patiënten. Een huid- en weke deleninfectie die polybacterieel is, vaak een combinatie van anaërobe en facultatief aërobe bacterieën (vb. Enterobacterales).

Type II necrotiserende huid- en weke deleninfecties: een infectie die monobacterieel is (vb. Streptococcus pyogenes, Stapylococcus aureus).

Het onderscheid tussen een type I en type II necrotiserende huid- en weke deleninfectie is bij presentatie niet altijd duidelijk. Vandaar wordt best altijd empirisch gestart met:

 

1ste keuze empirische therapie 

clindamycine 900 mg q8h

en

ceftriaxone, 2 g q12h iv

en

metronidazole, 500 mg q8h iv

en

amikacine, 20-25 mg/kg éénmalig

Onmiddellijke chirurgische exploratie met debrideren van necrotisch weefsel is noodzakelijk.

Bewezen type I infectie 

Overleg met infectioloog/microbioloog.

Bewezen type II infectie met Streptococcus pyogenes 

penicilline, 2 MIU q4h iv + clindamycine, 900 mg q8h iv gedurende ten minste 7 dagen

Bewezen type II infectie met Staphylococcus aureus

flucloxacilline, 2 gr q4h iv gedurende ten minste 7 dagen*

Bewezen type II infectie met andere verwekker 

Overleg met infectioloog/microbioloog.